Zijn zoon Jacobus , een fraai jongman , gevierd en expert chirurgijn ," die met zijn schip (misschien Abrahams Offerande" door de Turken werd gevangen, doch door groote opofferingen van zijn vader en door de liefdadigheid zijner landgenooten , vooral opgewekt door prof.de Meys , van de slavernij vrijgekocht , [Staten notulen 1668].(en zie noot 84 hieronder)
( Bron HET NATUURBEELD VAN JOHANNES DE MEY (1617-1678),
HOOGLERAAR FILOSOFIE AAN DE ILLUSTERE SCHOOL
TE MIDDELBURG door Huib J. Zuidervaart
84. Voor De Meys bemoeienis in deze zaak, zie: Nagtglas, Levensberichten, 11, 162. Over deze
kwestie schreef De Mey een brief d.d. 3 oktober 1667 naar de Amsterdamse predikant Heydanus, in
afschrift bewaard in een negentiende-eeuws notilieboek door F. Nagtglas (ZIl, handschriften KZGW, nr.
6152, fol. 942-944).
Uit de notulen Notulen van de edel mogende heeren Staten van Zeelandt, Volume 82
11 november 1667
Johannes Goedaert, Meester Schilder, woonagheigh te Middelburg, te kennen gevende, dat fyn Soon Jacob Goedaert,
met het schip de Offerande Abrahams, voor Chirurgyo uytgegevangen, varen zynde, door de Turcken was genomen en voor Slave verkoght, en by den Suppliaot geen voorraet zyade om syo voor noemdea Zoon, van Turckexe
noemden Soon te konnen lossen, als alleen seeckere & 475. Vls., die door Jan Cheval, aen fyn gemelten Soon waren befet, om daer van te disponeren foo wanneer hy soude gekomen zyn tot den ouderdom van 25. jaren; soo versoght den Suppliant, dewyle hy nogh maer gekomen was tot 22. jaren, dat Jan Blondel, als Execuceur van her Testament van den voorschreven Jan Cheval, moght werden geauthoriseert, de voornoemde somme ten voorschreven eynde te laten volgen. Waer op wesen- : de gedelibereert: Is goer gevonden en verstaen, het voorschreve vertoogh en versoeck te stellen in handen van de Heeren van Middelburgh, om het selve nader te examineren, en den voornoemden Jan Bloodel, mitsgaders de Geïnteresseerde daer op te hooren, en van hare ondervindinge rapport te doen.
21 april 1668
Gehoort het rapport van de Heeren van Middelburgh, ge- Toledances examineert hebbende het vertoogh en versoeck van Johannes Goedaert, breeder gementioneert in de Notulen van den 21. November des voorleden jaers:(1667) Is goet gevonden en verstaen, om de redenen by het voorschreven rapport geallegeert, te authoriseren, den Persoon van Jan Blondel, als Executeur van het Testament van Jan Cheval, om de somme van vier hondert en vyf-en-seventigh Ponden Vlaems, in de voorschreve Notulen van den 21. November voornoemt, geëxpresseert, aen den Supe pliant te laten volgen, mits dat deselve alleene werde geëmployeert, tot lossinge van fyn Zoon Jacobus Goedaert, jegenwoordigh in Turckyen gevangen.
Jacobus Goedaert |
The data shown has no sources.