Pastoor en Rector Begijnhof van 1712 tot 1745
Opvolger van Simon Franciscus Coetenburg.
Hij was in 1700 tot Priester gewijd en werd in 1701 Kapelaan in Amersfoort en daarna van 1704 tot 1711 Pastoor in Teckop en Kockenge.
In 1711 werd hij Kapelaan op het Begijnhof Amsterdam en reeds spoedig op 16 mei 1712 Pastoor aldaar.
Op 18 april 1719 werd hij Kanunnik van het Haarlems Kapittel en ook was hij een vinnig bestrijder van de Jansenisten.
Pastoor en Deken Cornelius Dierout heeft in zijn termijn het "collateraal" ondervonden, het succesierecht dat betaald moest worden tot de twintigste penning en dit was een zwaar gelag voor het Begijnhof.
De kerk met pastorie bv werd in 1737 aangeslagen voor fl 3.124,16 .
De financiele toestand was zo slecht dat gedurende 18 jaar pastoor Dierout geen jaarwedde kon worden uitbetaald, maar hij had dit niet zo nodig, want hij was uit een rijk adellijk geslacht..
Ook de viering van het eeuwfeest van het Heilig Sacrament van Mirakel in 1745 heeft waarschijnlijk niet plaatsgevonden in verband met deze financiele problemen. Uit dat jaar zijn alleen een kopergravure en een zilveren legpenning bekend.
Archief 740-73 meldt ons dat hr. Dierout zich in zijn tijd al afvroeg, waarom er 2 mei bloemen gelegd werden op het grafje van Cornelia Arens.
In de Regentenkamer der pastorie hangen drie schilderijen: 1 geschilderd door J. van Vilsteren van Franciscus en de andere (waarschijnlijk zijn tweelingbroer Petrus Nicolaus) door P. Koets. Het derde niet gesigneerde schilderij zou van een derde broer van hem kunnen zijn: "Antonius" Deze was vóór 1718 enige tijd Kapelaan op het Begijnhof. (er staat waarschijnlijk een familiewapen op).
Hij werd opgevolgd door Mgr. F. van den Heuvel.
Die angezeigten Daten haben keine Quellen.